Vouwvliegtuigen

webkwestie / webquest

Werkwijze

Hieronder staat precies wat je moet doen. Bekijk wel de pagina beoordeling, want dan weet je waar op gelet gaat worden.

DE SPREEKBEURT

    • Je gebruikt het document onderaan deze bladzijde om je onderzoek uit te voeren.

De spreekbeurt / presentatie:

    • Onderdeel 1: Vertel in maximaal drie minuten iets over de geschiedenis van vliegtuigen.

    • Onderdeel 2: Vertel daarna in hooguit drie minuten hoe het komt dat vliegtuigen kunnen vliegtuigen.

    • Onderdeel 3: Je laat zien welke drie vouwmodellen je onderzocht hebt en je geeft aan welk vouwvliegtuigmodel jouw voorkeur heeft en waarom het jouw voorkeur heeft.

    • Gebruik bij je spreekbeurt of presentatie bij elk onderdeel minstens 2 afbeeldingen.

    • Hier kun je lezen hoe je een spreekbeurt kunt maken.

Wie maakt het vouwvliegtuigje dat het langst kan vliegen?

De spelregels:

    1. Degene die de spreekbeurt heeft gehouden is samen met de leerkracht de hoofdjury.

    2. Er zijn twee aparte tijdopnemers. Bij elke worp nemen zij allebei de tijd op. Na elke worp overleggen zij met elkaar wat de juiste tijd is.

    3. Er is ook een controleur die de technische voorwaarden onderzoekt. Denk aan: papiergrootte, plakband, gebruik andere materialen, staat de naam van de vouwer zichtbaar op het vliegtuigje.

    • Elk tweetal mag het onderzoeksdocument gebruiken onderaan deze pagina.

    • Een vliegtuigje moet gemaakt zijn van één A4-blad van 80 gram.

    • Je mag maar 1 cm aan plakband gebruik

    • Er mogen geen andere materialen, zoals paperclips of lijm worden gebruikt.

    • Je naam moet op het vliegtuigje zichtbaar zijn.

    • Voldoet het vliegtuigje niet aan de technische eisen, dan mag het niet aan de wedstrijd meedoen.

  • Leerlingen werken in tweetallen.

  • Elk tweetal gaat op zoek naar drie vouwmodelen (kijk bij infobronnen voor voorbeelden) dat zo lang mogelijk kan vliegen.

  • Elk tweetal kiest van deze drie modellen er één model

  • Elk persoon van het tweetal bouwt dit gekozen model, Dus voor elke persoon één, en allebei dus ook hetzelfde model.

  • De wedstrijd vindt plaats op de speelplaats of in de gymzaal.

  • Het vliegtuigje wordt gegooid door degene die het heeft gemaakt.

  • De werper moet met twee voeten op de grond staan. Hij mag dus nergens op staan.

  • Het vouwvliegtuig mag geen extra hulpstukken hebben en moet helemaal van papier zijn.

  • Eerst gooit van elk tweetal de eerste deelnemer het vliegtuigje.

  • Elke deelnemer gooit drie keer achter elkaar zijn vliegtuigje. De beste tijd van de drie pogingen telt.

  • Op het moment dat het vliegtuigje wordt los gelaten, wordt de stopwatch ingedrukt.

  • Zodra het vliegtuigje op de grond komt of ergens tegenaan vliegt (en zelfs daarna doorvliegt), stopt de tijd. De tijd wordt genoteerd.

  • Als van elk tweetal de 1e leerling is geweest, komt nummer twee van het tweetal aan de beurt.

  • De beste vliegtijden van elke tweetal worden bij elkaar opgeteld en daarna gedeeld door 2.

  • Welk model (welk tweetal) wint de wedstrijd?

  • Indien er meerdere teams op de eerste plaatst eindigen, dan wordt door één persoon van elk tweetal een beslissende worp uitgevoerd.

De winnaars mogen hier hun gegevens doorgeven.

Na het invullen van het formulier zullen de gegevens (na ongeveer 10 minuten) hieronder verschijnen.

wedstrijd vouwvliegtuigen